Lorena Wiebes heeft donderdag de achtste editie van de Sprint Classic Brugge-De Panne voor vrouwen gewonnen. De 26-jarige Nederlandse bleef na 152,7 kilometer tussen Brugge en De Panne in de massaspurt de Italiaanse Chiara Consonni voor. De Italiaanse uittredende winnares Elisa Balsamo maakte als derde het podium vol.
Het mooie weer inspireerde weinig rensters om een vroege vlucht op te zetten. Een compact peloton kwam op die manier De Panne binnengereden en vatte na 67 kilometer koers de eerste van twee plaatselijke omlopen op en rond de Zeelaan aan. Die waren elk 42,9 kilometer lang met daarin telkens de passage van De Moeren.
Drie moedige vluchters
Met nog 75 kilometer voor de boeg zetten Millie Couzens en Elena Pirrone het op een lopen. De vlucht met twee werd netjes in het oog gehouden door het peloton. Net voor het aansnijden van de slotronde waren de twee vluchtsters eraan voor de moeite en reformeerde het peloton zich.
Cat Ferguson ging, op 35 kilometer van de finish, voor de grote groep uitrijden. Daarin bepaalden onder meer de rensters van SD Worx-Protime en Lidl-Trek het tempo. De Britse toonde zich moedig met haar poging, maar werd op minder dan drie kilometer van de eindmeet bij de lurven gevat. Ze hield aan haar vlucht wel de Prijs van de Strijdlust over.
In de groepssprint kwam Wiebes er gepast uit voor de zege. De Italiaanse Chiara Consonni verzekerde zich van de tweede plaats. Haar landgenote en uittredend titelverdedigster vervolledigde het podium.
Wiebes, die vorig weekend nog zegevierde in Milaan-Sanremo, won de Classic Brugge-De Panne ook al in 2020. Het is voor de Europees kampioene de 99e profzege uit haar carrière.
Wiebes: “Moest sprint van ver aangaan”
“Ik ging mijn sprint van redelijk ver aan”, stelde Wiebes. “Dit was een beetje noodgedwongen. ik ben maar wat blij met hoe het team me telkens uit de wind zette en me in een goede positie naar de eindmeet bracht. Op het einde had ik Barbara (Guarischi) nog voor mij zitten die me netjes piloteerde. Ik dreigde in de spurt even ingesloten te raken. Ik vond gelukkig nog een klein gaatje waar ik kon induiken om me zo in een betere positie te brengen. Elisa Balsamo ging als eerste aan. Ik voelde dat ik ook niet lang mocht wachten en dus trok ik vol door. Ik voelde nog iemand komen, maar ik kon het uithouden tot op de finish.”
